REKS: Regionale Energie Strategie met de K van Klimaat

“Volksvertegenwoordigers waardeerden het om veel vragen te kunnen stellen”, vertelt procesregisseur van de Regionale Energie- en Klimaatstrategie (REKS) Hart van Brabant Paul van Dijk. Zijn regio informeerde gemeenten, waterschappen en provincies met regionale informatieavonden en individuele radensessies over de gezamenlijk op te stellen Regionale Energie Strategie (RES). In tegenstelling tot de meeste RES-regio’s kwam in regio Hart van Brabant daarbij ook het klimaat aan bod.
 
Dertien partijen zijn betrokken bij de REKS: de provincie Noord-Brabant, 3 waterschappen en 9 gemeenten. Hoe zijn jullie erin geslaagd samen een plan te maken?
“Omdat onze volksvertegenwoordigers besluiten moeten nemen over complexe zaken met een enorme impact op het landschap moeten ze goed geïnformeerd worden. We hebben hiervoor twee soorten bijeenkomsten georganiseerd: zeven regionale informatieavonden voor alle partijen en per gemeente minstens drie individuele radensessies; lokale bijeenkomsten voor de raadsleden, commissieleden en burgerraadsleden van elk van de 9 gemeenten. Beide soorten bijeenkomsten bleken erg nuttig.”
 
Wat kwam aan bod tijdens beide soorten bijeenkomsten?
“Tijdens die regionale avonden presenteerden we onze visie en probeerden we een helder beeld te schetsen van de mogelijkheden die Hart van Brabant heeft om invulling te geven aan de REKS. We vertelden welke regionale afwegingen we hebben gehanteerd, wat de regionale gevoeligheden zijn en hoe de burgers betrokken zijn. Deze avonden gingen echt om de grote inhoudelijke lijnen. Ze blijven op een bepaald abstractieniveau, omdat er heel wat thema’s onder de REKS vallen, namelijk duurzame opwek, duurzame warmte en klimaat, en hierbij zo’n 150 à 200 mensen in de zaal zitten. Je hebt daarom geen tijd om in te zoomen op specifieke situaties in de afzonderlijke gemeentes.”
 
Paul van Dijk, procesregisseur REKS Hart van Brabant
“Tijdens de lokale bijeenkomsten, de individuele informatiesessies bij de afzonderlijke gemeenteraden, vulden we de grote lijnen verder in met concrete voorbeelden. We hielden korte presentaties en de raadsleden konden vervolgens vragen stellen over de consequenties van de invulling van de REKS voor hun grondgebied, dus waar er windmolens, zonnevelden en warmtenetten aangelegd zouden kunnen worden. De raadsleden konden daarnaast ook samen een spel spelen dat het belang van evenwicht goed duidelijk maakte. Ze konden pionnen van windmolens en zonnepanelen op een grote kaart van onze regio neerzetten. De meeste gemeenten plaatsten de pionnen ver weg en dat leverde goede gespreken op en we hebben samen veel gelachen.”
 
Wat vonden de volksvertegenwoordigers ervan?
“Ze waardeerden het erg dat ze zoveel vragen konden stellen. Vooral tijdens de lokale raadssessies was daar ruimte voor. Dat was echt een soort dialoog. Het was duidelijk dat we geen lange presentaties moesten gaan houden. Hoe vaker mensen meededen, hoe hoger het niveau werd. Op een gegeven moment begonnen ze het inhoudelijk goed te snappen. Toen wij vanwege de coronamaatregelen een regionale informatieavond online moesten organiseren, gaven we de deelnemers de mogelijkheid om per app vragen te stellen. Daar kregen we ook heel positieve feedback op. We kregen te horen dat ze nog nooit zoveel antwoorden op vragen konden krijgen in z’n korte tijd. We hebben bijvoorbeeld in een twee uur durende sessie ongeveer 150 vragen beantwoord.”
 
Hoe kijk je terug op de bijeenkomsten?
“Het was essentieel dat we een klankbordgroep hadden van raadsleden en griffiers. Zij dachten met ons mee over welke informatie over duurzame opwek, warmte en klimaat we het beste konden geven tijdens de regionale en lokale informatieavonden, op welke manier we die informatie moesten geven en hoe we het gesprek wilden voeren. De klankbordgroep hielp ook mee het onderscheid tussen de regionale en lokale bijeenkomsten duidelijk te krijgen, dus op welke momenten we op welke thema’s moesten inzoomen en wanneer we daarover door konden praten. De plannen tot nu toe gingen over de hoofdlijnen en gaan we nog verder invullen. Er gaan de komende jaren dus nog meer informatieavonden en radensessies komen.”
 
Welke tips heb je voor andere regio’s die aan de slag willen met individuele radensessies?
  • “Zorg dat je de visie op hoofdlijnen met iedereen op hetzelfde moment deelt en ga dat vervolgens op lokaal niveau verder uitspitten.
  • Breng raadsleden uit verschillende gemeenten bij elkaar om inhoudelijk met elkaar in gesprek te gaan (op regionale informatieavonden).
  • Zorg dat je weet wat de belangen van de verschillende gemeentes zijn, zodat je de consequenties kunt overzien en die met elkaar kunt delen.
  • Benadruk de invloed van raadsleden in het totale proces.
  • Doe aan verwachtingsmanagement: maak duidelijk wanneer en op welke manier je reacties van burgers kunt verwachten.”

DELEN